Eigen Woning Verleden en hypotheekrenteaftrek? De Belastingdienst weet het ook niet

Door het vorig jaar ingevoerde nieuwe huwelijksvermogensrecht wordt het pre-huwelijkse persoonlijke (negatieve) vermogen niet meer automatisch gedeeld tussen de nieuwe partners. Dat heeft consequenties voor de duur en de hoogte van de maximale hypotheekrenteaftrek als er een woning wordt gekocht. Maar hoe de wetgeving precies geïnterpreteerd moet worden weet zelfs de fiscus niet, stelt financieel adviseur en blogger Jos Koets. Ook de cursussen die de opleidingsbedrijven over dit onderwerp hebben verzorgd hebben volgens hem weinig zeggingskracht.

Eigen Woning Verleden en hypotheekrenteaftrek? De Belastingdienst weet het ook niet

Eind vorig jaar kwam Koets, eigenaar van het Vlaardingse advieskantoor Groenoord en blogger voor IEX.nl, al met een waarschuwing voor de gevolgen van het nieuwe huwelijksvermogensrecht voor adviseurs. Een verkeerd berekende eigenwoningreserve in de nieuwe huwelijkse situatie kan er toe leiden dat de klant gaat rekenen met een te hoge hypotheekrentaftrek. Dat kan vanaf dit jaar, als over 2018 belastingaangifte moet worden gedaan, leiden tot een naheffing van de fiscus. Adviseurs kunnen op basis daarvan aansprakelijk gesteld worden. Dat dit geen fictie is, blijkt onder meer uit een uitspraak van Kifid uit oktober 2018 waarbij een adviseur werd verplicht € 1.500 aan advieskosten terug te betalen omdat deze de eigenwoningschuld niet goed had berekend.

Goedkeurend Besluit

In zijn jongste blog voor IEX.nl gaat Koets in op het onderzoek dat hij de afgelopen maanden met Paul Muskens deed naar de invloed van het nieuwe huwelijksvermogensrecht op het bepalen van de eigenwoningreserve. Ook namen ze daarbij het zogeheten Goedkeurend Besluit mee. Met dit besluit, begin 2018 geïntroduceerd door staatssecretaris Snel (Financiën), kan het nieuwe huwelijksvermogensrecht op het terrein van de eigen woning omzeild worden. De partners tekenen er dan voor dat de helft van het eigenwoningverleden van de partners naar elkaar wordt overgeheveld. Dit leidt, bijvoorbeeld in het geval van een eerdere schenking tot een box 3-schuld bezitting voor de een en een box 3 aanspraak voor de ander.

Doorrekening casussen

Volgens Koets maakt het Goedkeurend Besluit het bepalen van de eigenwoningreserve er niet makkelijker op. Ook de zogeheten interne draagplichtovereenkomst (voor niet gehuwden of gehuwden op basis van huwelijkse voorwaarden) met wederzijde box 3 verplichtingen en aanspraken maakt de zaak extra complex. Uit een aantal mogelijke casussen die Koets en Muskens doorrekenden, in situaties waarbij wel of niet wordt uitgegaan van de wettelijke regeling en het Goedkeurend Besluit, komt naar voren dat de adviesuitkomst niet eenduidig hoeft te zijn.

 

Het antwoord moet snel komen daar over een paar maanden de IB-aangifte van alle huizenbezitters moeten worden ingevuld

 

“Hypotheekadviseurs denken nu dat zij het weten daar zij vorig jaar cursussen hebben gevolgd over het Goedkeurend Besluit”, schrijft Koets. “Echter er is geen 100% duidelijkheid dus ook de instanties / personen die cursussen geven, kunnen het niet weten. Het Ministerie van Financiën heeft namelijk nooit een duidelijke uitspraak gedaan over het wel of niet overgaan van het Eigen Woning verleden.”

Berekeningen voor klanten

Vorige week sprak Koets met Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) over de problematiek. “Deze heeft mij mondeling verteld dat de Belastingdienst het ook NIET weet. Hij heeft in 2013 daar vragen over gesteld. Na die periode is er nooit een 100% antwoord gekomen welke berekening er nu gevolgd moet worden. Dit is natuurlijk absurd, want dagelijks moeten hypotheekadviseurs berekeningen maken voor hun klanten. Ook worden er nog steeds cursussen / congressen gegeven over dit onderwerp. (…) Het woord is nu aan het Ministerie van Financiën die duidelijkheid moet geven, welke uitwerking nu daadwerkelijk van toepassing is (…).Het antwoord moet snel komen daar over een paar maanden de IB-aangifte van alle huizenbezitters moeten worden ingevuld.”